Onze koningsdag begint al 4 uur eerder dan in Nederland en wij gaan wat Nederlands erfgoed in Colombo bekijken. Maar eerst stoppen we nog even bij de tempel waar we gisteren waren. Nu geen hoog bezoek van Noorse diplomaten. Het idee kwam eigenlijk van Namal omdat we vertelde dat we niet binnen waren geweest maar dat we het bijzonder mooi vonden. Ik had mijn tempelbroek mee maar René niet. Maar Namal wist hem om te turnen want hij had een sarong in da wagen. Namal vroeg of hij mee binnen mocht om ons door de tempel en bijbehorende museum te gidsen. Hij wist er ontzettend veel vanaf en liet zelfs een bewaker de kluis openmaken om de kleinste gouden Boeddha ter wereld te laten zien amper 0,3 cm, onder een glazen stolpje met vergrotend stukje glas. Gek genoeg is dit tempelcomplex totaal niet toeristisch. Het museum omvat een collectie boeddha’s van verschillende Aziatische landen, antieke tafels uit de 17de en 18de eeuw, aardewerk uit de periode dat de Nederlanders chinees porselein en aardewerk naar Europa brachten en vele sieraden die door gelovige zijn geschonken of aan Boeddha vererft. Al met al een prachtige collectie en mag gerust zeggen uniek in zijn soort.
Van het Nederlands erfgoed is niet heel veel overgebleven, we rijden langs het Dutch hospital dat inmiddels in gebruik is als winkelcentrum, ook de Nederlands hervormde kerk ‘Wolfsdal’ uit 1749 ligt er een beetje verwaarloost bij en is niet toegankelijk. Om eerlijk te zijn valt het een beetje tegen, van het Britse erfgoed zijn de gebouwen beter onderhouden en bewaard gebleven en vandaag de dag nog steeds in gebruik als ministerswoningen, hotels, musea en als bibliotheek.
We zien even later de beroemdste moskee van Colombo en willen die ook wel bekijken. Namal mag hier niet stoppen en zoekt een plaats om te parkeren. Hij blijft bij de wagen want in Colombo is niet elke -zelfs de bewaakte in ons geval- parking inbraakveilig.
We halen voor Namal een Cappuccino en wandelen richting de Jami Ul-Alfar Mosque. Deze moskee wordt ook wel de rode moskee genoemd en datteerd van 1909, een geschenk van Indaase moslimgemeenschap uit Pettah. Geheel in neo-classistische stijl opgetrokken in rode steen met witte banden. Ook deze moskee was toen wij er waren gesloten.
We wandelen nog over een lekker chaotische markt en wat opvallend is, zijn de ‘groente schoonmakers’ de aardappelen en wortelen worden geschrobt, de sla veelvuldig gewassen om verleppen door de warmte te voorkomen en de uien en knofloken worden gepeld…
Veel afval blijft achter maar de armste hebben hier ook weer voordeel bij, dit vormt een kostenloze aanvulling op hun maaltijd.
Na de middag gaan we naar het hotel terug, we willen nog even chillen bij het zwembad en om orde in de koffers te brengen en de kleding voor de vlucht klaar te leggen. Het is immers morgen vroeg dag. Rond 16 uur zijn we klaar en gaan weer naar het dakterras het begint te betrekken en het donderde zelfs. Wil willen in stijl afsluiten. René enn Gin Tonic en ik een Screwdriver. Het is nog vroeg en bestellen er nog wat hapjes bij.
Sri Lanka bedankt voor de mooie reis en een toast op Willem-Alexander.